Belize - Belize City
6 mei 2013 - Belize City, Belize
DAG 1
Het is zeven uur. Het is donker. De buren in ons houten huis - gescheiden van ons door een dunne, schutting van drijfhout en gebroken spaanders - kijken naar de luidruchtige televisie. De gesuggereerde privacy biedt weinig comfort. Het zijn vast chinezen. Het zijn vast vriendelijke mensen. Er is een baby. We vrezen voor onze nachtrust. Er is schimmel in de douche. Na een dag zweten in de klamme hitte van Belize is een douche vol schimmel helaas nog altijd moeilijk af te slaan. De gastvrouw is in ieder geval vriendelijk. Er schijnen nog een paar Australiërs / vrijwilligers van Het Rode Kruis in het Hostel te zitten, maar daar krijgen we niets van mee.
Ons Hostel is een van de weinige gebouwen die niet tweejaarlijks tegen de vlakte wordt geslagen in het stormseizoen. De aanblik van Belize City, of, in ieder geval, het oude centrum, valt dus te raden. Een semi-ontwikkelde township op palen. Onverharde wegen. Openbare dronkenschap rond het middaguur. Koloniaal oudzeer. Afrikaanse wildernis. Stof en hitte. Bejaard servies in de oude kasten. Onze handen plakken. Kleren zweten.
De stoffige, hete geuren op straat doen denken aan Kaapstad. We worden vast regelmatig afgezet. Er is geen andere verklaring voor de heftige prijzen hier. De kennismaking met een land waar we de vlag slechts zestien uur lang van kennen verloopt een tikkeltje stroef. Wellicht is het de jetlag. Mensen willen iets van ons. We zijn nieuwkomers.
Met de boot naar San Pedro? Veertig dollar enkeltje. Per persoon. Amerikanen-eiland. We blijven op het vasteland steken: we houden de richting Guatemala aan. Ten minste, we doen ons best.
Morgen naar Orange Walk - richting Mexico. Nog een dag in dit primair gekleurde hol zien we niet zo zitten. 'S avonds horen we buiten honden blaffen. De quesedilla voor een hoop geld , met zicht op de zee, was niet bijzonder. Minder dan de zee. 's Avonds liggen we op de lauwwarme bekleding van ons bed. Uitblazen met de ventilator aan. Er hangt een vraag boven onze twee bedden, die heet "Waar Zijn We Aan Begonnen". Iemand laat een fles vallen. De nacht die volgt is lang, niet zwoel. In ons oude, krottige, tochtende, beschimmelde Belize Hostel. In het midden van de houten stad.
DAG 2
Orange Walk. We worden wakker. Halen ergens ontbijt in een twijfelachtig ontbijtcafé. Ze waren blij, want de straat was opengebroken. Op straat zien we Mennonieten met paard en wagen, in stoffige overalls, houthakkersshirts, krullende baarden, zonverbrande rimpels, vrouwen in zwarte gordijnen, hoed met een lint. Huifkarren met meloenen, groente en fruit.
Het busstation is gelukkig stevig bewaakt (wordt vervolgd > Orange Walk).